Literatuur

- Gemeentelijke Monumentencommissie Utrecht, 1928, Tiende vergadering (en rondwandeling) op 4 October, verslag nr 10, (handschrift, 1928-1937 in 1 band gebonden). [6 blz.]. Hierin "Jacobskerkstraat 4 - de gevelsteen": blz. 5 (voorgesteld wordt: plaatsing op gem. monumentenlijst).

(klik hier voor de tekst, PDF, 1,3 Mb)

- Graafhuis, A., "Nu nog stutten balken vervallen maar historisch pand". In: Utrechts Nieuwsblad, 20-09-1963 ("Velen zullen in de Jacobskerkstraat de stutbalken hebben gezien, die naast de sigarenwinkel van de heer A.B. Brosie sr. (nummer 4) over de breedte van de straat werden bevestigd om erger te vookomen. [...] Ook de heer Brosie zal zijn huis moeten verlaten. Het enige wat hij ervan weet is dat er zal moeten worden gesaneerd. Hij woont er al ruim 30 jaar en hij kan maar node van zijn woning scheiden. Gevelsteen. Met enige trots wijst de heer Brosie op de gevelsteen boven in de gepleisterde voorgevel. Wat de steen voorstelt ...: leerlooiers of huidenkopers zo vertelt hij. En voor zover men kan zien zal hij wel gelijk hebben. Op de roodbruine steen, die jaren terug ongekleurd geweest moet zijn, wordt - naar men wel kan aannemen - de verhandeling van een koeiehuid weergegeven. Dit werd nog aannemelijker, toen een dichtbij gemaakte foto werd bekeken.[...] Het huis Jacobskerkstraat 4 komt reeds lang voor op de gemeentelijke monumentenlijst. De steen werd ook al eerder ontdekt, maar bij die gelegenheid werd verondersteld, dat dit de steen was van De Drie Pelgrims, maar in dit stadium mag dit toch wel worden ontkend. [...] Zo'n goede dertig jaar geleden nam de heer Brosie - die tevoren koster van de St.-Augustinuskerk was - de sigarenzaak over van de heer H.J.W. de Laet. En daarvoor was er de groentezaak van Mijntje Verbon." De steen kan uit een ander pand afkomstig zijn. In het midden van de 19e eeuw woonden hier de slachter Samuel Lion en Jacob van Duren. In 1840 werkte hier schoenlapper Petrus Hatting.)